In groep 7 wordt op basis van de CITO-toetsen, de methodetoetsen, de werkhouding en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling een pré-advies uitgebracht. Dit pré-advies geeft aan welke vorm van voortgezet onderwijs op dat moment het meest geschikt lijkt voor de leerling. Op basis van deze informatie kunnen ouders en leerlingen zich gaan oriënteren op verschillende voortgezet onderwijsscholen.

Van sommige leerlingen vermoeden wij dat de leerachterstand zo groot is dat zij in het voortgezet onderwijs extra ondersteuning nodig hebben. Wij kunnen dan, in overleg met de ouders, leerlingen aanmelden bij KOERS-VO. De leerling wordt extern of op school extra getoetst. Aan de hand van de uitslag van deze toets, kunnen wij de VO-school een LWOO-advies geven. Meestal zijn de groepen met LWOO-leerlingen kleiner waardoor de leerlingen meer aandacht krijgen.

In groep 8 geeft onze school op het onderwijskundig rapport een voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is gebaseerd op de resultaten van ons leerlingvolgsysteem, Leerling in Beeld en de werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Met het advies van de school kunnen ouders hun kind aanmelden bij een school voor voortgezet onderwijs. Tijdens de ouderavond aan het begin van het schooljaar hoort u welke mogelijkheden er zijn. In april maken de kinderen de landelijke Doorstroomtoets. Op basis van de uitslag kan het advies zo nodig naar boven bijgesteld worden. Heeft de leerling de toets onverwacht minder goed gemaakt, dan blijft het advies onveranderd. Na de uitslag van de Doorstroomtoets krijgt de leerling het definitief schooladvies.

Meer informatie over de overgang naar het voortgezet onderwijs vindt u hier.